Vaak begint het gesprek over waar jij tegen aanloopt en welke onderliggende overtuigingen er zijn. Daarna formuleren wij een positieve overtuiging die je wél gaat ondersteunen in wat je wilt.  Bijvoorbeeld iemand vertelt dat hij niet durft te presenteren. Dan vraag ik: Wat zou je wel willen? We maken daar dan samen een positieve overtuiging van die goed voelt voor jou. We starten dan met spiertesten. Als je de waarheid spreekt of iets diep van binnen echt gelooft, dan kan je je arm sterker houden als ik er zachtjes op duw, dan als je iets eigenlijk nog niet gelooft. Als jij dus diep van binnen niet durft te presenteren, dan zal jou arm dus meer naar beneden gaan en weten we dat we deze overtuiging kunnen gaan omzetten. Het kan ook zijn dat wij eerst verder moeten zoeken welke overtuigingen hieronder zitten, bijvoorbeeld; ik mag er zijn. En zo kan het zijn dat wij voor één doel, meerdere overtuigingen omzetten naar helpende overtuigingen. Na het spiertesten, gaan we de overtuiging omzetten. Dit doen we bijvoorbeeld door kort in een houding te zitten en de overtuiging te herhalen. Dit wordt dan op cel niveau opgeslagen. Het is niet gewoon affirmaties herhalen. Het is een blijvende verandering.